-
Biologisch en dierenwelzijn
Biologisch en dierenwelzijn
Voor biologische boeren staan het comfort, de gezondheid en het welzijn van hun dieren voorop. Ze houden zo veel mogelijk rekening met de natuurlijke behoeftes van een dier. Zoals lekker scharrelen, wroeten en grazen.
Bioboeren houden rekening met de natuurlijke behoeftes van hun dieren. De dieren hebben volop ruimte en comfort. Daardoor zijn ze veel gezonder. En hebben ze minder stress.
Binnen de biologische veehouderij krijgen dieren de ruimte. Er zijn specifieke regels voor hoeveel ruimte dieren moeten hebben – binnen én buiten de stal. Als het weer en de bodem het toelaten, mogen de dieren naar buiten wanneer ze maar willen.
Biodieren (daarmee bedoelen we hier: biologisch gehouden dieren) krijgen dus veel beweging en frisse lucht. Dat is heel goed voor hun gezondheid. En ook kunnen ze zo veel beter hun natuurlijke gedrag laten zien.
Comfort en welzijn in de stallen
Binnen in de stal ligt volop strooisel. Daar kunnen ze heerlijk ontspannen op liggen. En ze kunnen er hun natuurlijke neiging om te wroeten, scharrelen en grazen goed kwijt. Onderzoek bij koeien heeft laten zien dat voldoende strooisel in de stal zorgt voor minder stress.
Ook is er daglicht in de stal. En er is natuurlijke ventilatie. Bovendien vind je in biologische stallen vaak afleidingsmateriaal. Wat dat is, verschilt per diersoort. Vaak zie je bijvoorbeeld jute, touw, stro of een bal. Daarmee gaan de dieren spelen, erin bijten of wroeten. Een hit onder koeien is de roterende massageborstel voor hun rug.
De dieren eten zelf ook biologisch
Biologisch gehouden dieren eten zelf ook alleen maar biologisch voer. Bijvoorbeeld buiten in de wei, maar ook het ruwvoer en krachtvoer zijn bio. Dat betekent dat het geteeld is zonder chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Daarnaast is biologisch voer gegarandeerd vrij van genetische manipulatie. Biologisch voer is niet direct diervriendelijker voor het vee, maar wel voor de insecten en vogels op het land waar het wordt geteeld.
Biologische boeren zorgen voor gevarieerde voeding. Dit doen ze door bijvoorbeeld kruidenrijk grasland in te zaaien. Dit is lekker voor de dieren om te eten. Verschillende soorten mineralen en eiwitten helpen bij een betere vertering. En sommige kruiden, zoals oregano, zijn heel goed voor het immuunsysteem.
Gezondheid: preventie voorop
Biologische boeren kiezen het liefst voor een ras dat past bij de bodem en de streek. In de biologische wet staat bovendien dat boeren actief moeten zorgen voor een goede gezondheid voor hun dieren. En ze moeten ook zorgen voor een hogere natuurlijke resistentie tegen ziekten. Een belangrijk onderdeel van deze aanpak, is dat de dieren veel naar buiten gaan. Beweging en frisse lucht vergroten hun weerstand.
Het uitgangspunt voor bioboeren is: eerst preventie. Bijvoorbeeld door een koeienras te kiezen dat misschien wat minder melk geeft maar ook veel minder snel ziek is. Dat werkt goed. Biologische melkveebedrijven zijn ongeveer 55 procent minder kosten kwijt aan de dierenarts dan niet-biologische.
Geneesmiddelen
Als een dier toch ziek wordt, gaat de voorkeur uit naar natuurlijke geneesmiddelen. Maar het is niet zo dat biodieren helemaal geen antibiotica mogen hebben. Als dat volgens de dierenarts nodig is – omdat ze anders niet herstellen of pijn lijden – dan mag het. Maar wel onder strenge voorwaarden.
Sterke rassen
Een bioboer kiest heel zorgvuldig welke dierenrassen hij houdt. Hij let op de plaatselijke omstandigheden, zoals de grondsoort. En ook op algemene kenmerken van een ras. Als een boer bijvoorbeeld drassig land heeft, kiest hij koeienrassen met sterke poten. En biologische kippen zijn vaak ‘traaggroeiende rassen’. Dit voorkomt tevens de gezondheidskwalen die kunnen ontstaan bij intensieve opfokmethoden.
De voordelen voor dierenwelzijn:
Voor biologische boeren staan het comfort, de gezondheid en het welzijn van hun dieren voorop. Ze houden zo veel mogelijk rekening met de natuurlijke behoeftes van een dier. Zoals lekker scharrelen, wroeten en grazen.
Bioboeren houden rekening met de natuurlijke behoeftes van hun dieren. De dieren hebben volop ruimte en comfort. Daardoor zijn ze veel gezonder. En hebben ze minder stress.
Binnen de biologische veehouderij krijgen dieren de ruimte. Er zijn specifieke regels voor hoeveel ruimte dieren moeten hebben – binnen én buiten de stal. Als het weer en de bodem het toelaten, mogen de dieren naar buiten wanneer ze maar willen.
Biodieren (daarmee bedoelen we hier: biologisch gehouden dieren) krijgen dus veel beweging en frisse lucht. Dat is heel goed voor hun gezondheid. En ook kunnen ze zo veel beter hun natuurlijke gedrag laten zien.
Comfort en welzijn in de stallen
Binnen in de stal ligt volop strooisel. Daar kunnen ze heerlijk ontspannen op liggen. En ze kunnen er hun natuurlijke neiging om te wroeten, scharrelen en grazen goed kwijt. Onderzoek bij koeien heeft laten zien dat voldoende strooisel in de stal zorgt voor minder stress.
Ook is er daglicht in de stal. En er is natuurlijke ventilatie. Bovendien vind je in biologische stallen vaak afleidingsmateriaal. Wat dat is, verschilt per diersoort. Vaak zie je bijvoorbeeld jute, touw, stro of een bal. Daarmee gaan de dieren spelen, erin bijten of wroeten. Een hit onder koeien is de roterende massageborstel voor hun rug.
De dieren eten zelf ook biologisch
Biologisch gehouden dieren eten zelf ook alleen maar biologisch voer. Bijvoorbeeld buiten in de wei, maar ook het ruwvoer en krachtvoer zijn bio. Dat betekent dat het geteeld is zonder chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Daarnaast is biologisch voer gegarandeerd vrij van genetische manipulatie. Biologisch voer is niet direct diervriendelijker voor het vee, maar wel voor de insecten en vogels op het land waar het wordt geteeld.
Biologische boeren zorgen voor gevarieerde voeding. Dit doen ze door bijvoorbeeld kruidenrijk grasland in te zaaien. Dit is lekker voor de dieren om te eten. Verschillende soorten mineralen en eiwitten helpen bij een betere vertering. En sommige kruiden, zoals oregano, zijn heel goed voor het immuunsysteem.
Gezondheid: preventie voorop
Biologische boeren kiezen het liefst voor een ras dat past bij de bodem en de streek. In de biologische wet staat bovendien dat boeren actief moeten zorgen voor een goede gezondheid voor hun dieren. En ze moeten ook zorgen voor een hogere natuurlijke resistentie tegen ziekten. Een belangrijk onderdeel van deze aanpak, is dat de dieren veel naar buiten gaan. Beweging en frisse lucht vergroten hun weerstand.
Het uitgangspunt voor bioboeren is: eerst preventie. Bijvoorbeeld door een koeienras te kiezen dat misschien wat minder melk geeft maar ook veel minder snel ziek is. Dat werkt goed. Biologische melkveebedrijven zijn ongeveer 55 procent minder kosten kwijt aan de dierenarts dan niet-biologische.
Geneesmiddelen
Als een dier toch ziek wordt, gaat de voorkeur uit naar natuurlijke geneesmiddelen. Maar het is niet zo dat biodieren helemaal geen antibiotica mogen hebben. Als dat volgens de dierenarts nodig is – omdat ze anders niet herstellen of pijn lijden – dan mag het. Maar wel onder strenge voorwaarden.
Sterke rassen
Een bioboer kiest heel zorgvuldig welke dierenrassen hij houdt. Hij let op de plaatselijke omstandigheden, zoals de grondsoort. En ook op algemene kenmerken van een ras. Als een boer bijvoorbeeld drassig land heeft, kiest hij koeienrassen met sterke poten. En biologische kippen zijn vaak ‘traaggroeiende rassen’. Dit voorkomt tevens de gezondheidskwalen die kunnen ontstaan bij intensieve opfokmethoden.
De voordelen voor dierenwelzijn:
- Dieren kunnen naar buiten wanneer ze willen (als het weer het toelaat)
- In de stal ligt altijd strooisel om in te liggen en/of te scharrelen
- Dieren krijgen biologisch voer, deels van eigen bedrijf of uit de EU
- Het voer is nooit genetisch gemodificeerd (GMO).
- Zieke dieren krijgen bij voorkeur natuurlijke geneesmiddelen
- Dieren kunnen zo veel mogelijk hun natuurlijke gedrag vertonen
Reacties (0)
Geen reacties gevonden.